maandag 21 maart 2011

Open brief aan Gerd Leers

Geachte heer Leers

Ik wil een grondig beroep doen op uw geweten. U stelt dat u streng maar rechtvaardig bent. Hoe rechtvaardig is het om een kind, welk kind dan ook, naar Afghanistan te sturen. Afghanistan: waar niet alleen oorlog heerst, maar waar tevens alles dat goed is voor een kind ontbreekt.

U volgt de wet, u kent de wet, maar u kunt het beleid ook sturen. En u heeft de macht in uw handen om een leven te sturen met dat beleid. Aan u is de keuze: stuurt u het leven van Sahar en haar 300 lotgenoten regelrecht de hel in, of geeft u haar een kans op een beschaafd leven?

Ik heb begrip voor uw standpunt omtrent streng en rechtvaardig zijn. Ik zou alleen willen dat uw voorgangers er ook zo over dachten. Dan zouden deze kinderen nooit zoveel hoop hebben gekoesterd en dan zouden zij de Nederlandse cultuur niet zo intens hebben gekend zoals zij dit nu doen. Zij hebben mogen ruiken aan een systeem dat hen gelijk stelt aan een ander, enkel om teruggestuurd te worden naar een schurkenstaat waar zij een kind, en in het ongunstige geval van Sahar, een meisje zijn en daardoor plotseling geen gelijkwaardig mens meer zijn. Of Sahar in Afghanistan naar school zal kunnen is hoogst onzeker, dat weet u net zo goed als ik. Zij zal zelfs ten prooi kunnen vallen aan alle vormen van misbruik waar een land als Afghanistan in uitblinkt waaronder seksueel misbruik en verkapte slavernij.

En dan Nederland, met al haar verworvenheden, dat altijd een pionier is geweest die het buitenland liet zien waar de rede zich schuilhoudt. Een Gidsland, zo zag men Nederland jaren geleden en wij hebben dat nog steeds in ons: die vooruitziende blik en vooral het pragmatisme waarmee wij onze problemen kunnen oplossen.

Ik vraag u, heer Leers, om ook hier pragmatisch naar te kijken met de rede en de redelijkheid aan uw flanken. Ik kan niet anders dan verwachten dat u tot de conclusie komt dat het beter is dat de meesten van deze jonge mensen in dit land blijven. Het land waar zij een toekomst hebben en waar zij het beste tot hun recht komen. Dit is ook in het voordeel van Nederland.

Kijkt u naar het geval van Sahar. Zij is intelligent en vormt geen enkel gevaar voor dit land. Zij is juist een verrijking. Dit in tegenstelling tot de vele goudzoekers die ons land dagelijks betreden uit landen als Polen en Bulgarije. Zij komen uit landen waar geen oorlog woedt. Zij komen uit landen waar mensenrechten zijn. Maar toch komen zij hier en zij slagen zeker niet in grote getalen. En dan kijkt u nogmaals naar Sahar, en u hoort haar spreken in foutloos Nederlands. En u hoort dat zij in de hogere regionen op school functioneert. Kunt u dan, met die rede en redelijkheid, met dat pragmatische Nederlandse denken van weleer, nog oprecht achter een uitzetting staan?

Ik hoop dat u mijn betoog ter harte wilt nemen en uw Christelijk hart laat spreken.

Met vriendelijke groet,

CD

Laat uw mening horen aan de minister door het contactformulier van onderstaande link in te vullen. Vul in dat het om een klacht gaat en dat je deze wilt richten tot Gerd Leers, minister voor Immigratie en Asiel.

https://www.rijksoverheid.nl/contact/contactformulier

1 opmerking:

  1. Geachte heer Leers,

    Minister voor Immigratie en Asiel

    Betreft: klacht

    Ik dien een klacht in over de kinderen die terug moeten naar Afganistan.
    Dit kun je de mensheid niet aandoen,dit is te erg!!


    Laat ze in NL blijven,ze zijn géén last!
    A.U.B. Stuur ze NIET terug naar dit verschrikkelijke land!!!

    Vertrouwend erop dat u ze niet terug stuurt verblijf ik,

    Jeanette Askamp

    BeantwoordenVerwijderen